Oordeel niet opdat gij niet veroordeeld wordt

Terwijl ik op mijn afspraak sta te wachten voor een psychiatrische instelling in het centrum van Amsterdam, komt er een man op me af. “Mevrouw, u komt niet uit Amsterdam, dat hoor ik aan uw accent. U komt zeker uit het Noorden” zegt hij. “Ik woon in Baarn, maar ben in Kampen geboren. Ik denk dat u dat hoort” antwoord ik. “Kampen” zegt de man “Daar staat toch die school van God?” “Dat klopt, daar staat een theologische hogeschool” antwoord ik. “Een vriendin van mij heeft daar op school gezeten en die heeft geleerd: “Oordeel niet opdat gij niet veroordeeld wordt”. Dat is een waarheid als een koe mevrouw, daar kunt u het mee doen voor de rest van de dag” zegt de man, terwijl hij doorloopt het gebouw in.

Ik praat niet met jou

Even later komt de jonge vrouw binnen waar ik een afspraak mee heb. We nemen plaats en ik vertel haar waarom ik haar wil spreken. “Ik praat niet met jou” zegt ze. “Als ik je vertel wat er aan de hand is, noem je me gek. Ik ken jou soort”. Met de man van zo-even nog in mijn hoofd, besef ik dat ik een les voorgeschoteld krijg. Ik besluit mijn oordelen over haar gedrag te laten varen en vraag haar naar wat het precies is dat ze me niet zou willen vertellen. “Dat ik de hele dag door stemmen hoor” antwoordt ze tot mijn stomme verbazing. “Ze geven me opdrachten die ik helemaal niet wil doen en waar ik doodmoe van word. Ze nemen me over en nu ga jij zeker zeggen dat ik schizofreen ben” zegt ze, terwijl ze haar capuchon verder over haar hoofd trekt. Ik voel me geraakt door haar innerlijke strijd en de oorlog in haar hoofd die ze maar niet kwijt kan om dat wat er mogelijk van gevonden wordt. In het verdere gesprek probeer ik er vooral achter te komen wat de stemmen zeggen en in welke mate ze nog regie over haar eigen leven ervaart. Samen met haar en haar begeleider zoeken we naar een manier waarop ze haar eigen autonomie weer voelt en sturing aan haar eigen leven kan geven zodat de stemmen haar minder beïnvloeden. Dat gaat natuurlijk niet van de ene op de andere dag, maar er is een eerste stap gezet. We zijn in gesprek gebleven en ze heeft ons deelgenoot gemaakt van wat er in haar omgaat. Voor een eerste keer vind ik dat meer dan voldoende.

Op weg naar mijn auto

We ronden het gesprek af, maken afspraken voor een vervolg en ik loop naar buiten. “Waar komt u vandaan mevrouw?” hoor ik iemand achter me zeggen. “Uit Kampen. Daar waar de school van God staat.” antwoord ik. Verwonderd kijkt de man me aan: “Een vriendin van mij is daar naar school geweest en zij heeft geleerd: “Oordeel niet opdat gij niet veroordeeld wordt”. “Een waarheid als een koe” zeg ik en loop door naar mijn auto. Sommige momenten zou je in willen lijsten.